‘Ik ben blij dat het verdriet steeds minder rauw wordt, maar het gemis blijft zo groot’ zei ik tegen mijn moeder. ‘Ja dat vind ik ook,’ antwoordde zij. Dat kleine gesprekje liet me in de dagen erna niet meer los. Want klopt het wel wat ik steeds – bijna automatisch – zeg? Wordt het minder rauw, of wil ik mezelf dat alleen maar wijsmaken?
In deze blog:
1000 dagen
Bijna 1000 dagen geleden is het sinds ik mijn vader voor het laatst sprak en knuffelde. Dat weet ik, omdat ik dat net heb uitgerekend. Ik schrok er wel even van, 1000 dagen al? Het lijkt soms of hij nog maar vorige week of vorige maand overleden is. Tijd is een bijzonder iets. Het ene moment glipt het als los zand tussen je vingers door, terwijl het op een ander moment zo traag en log is als de Brinta van vroeger, waarbij te weinig melk zat. Duizend dagen zonder vader. Duizend dagen waarop ik iedere dag wel een keer aan hem heb gedacht. Duizend dagen waarop ik me heb afgevraagd waarom juist hij ertussenuit werd gepikt door het noodlot.
Rouw is rauw
Rouw is rauw. Het is een soort ninja die je niet hoort en ziet aankomen. En als je dan even niet oplet word je neergesabeld. Voor je daar weer erg in hebt is die ninja er weer vandoor. Zit je daar, verward, verdrietig en onthutst. Zo huilde ik een keer dikke tranen door een rolletje pepermunt in de winkel. Eerder deze week schreef ik een blog over onze plannen voor de kerstdagen. Terwijl ik zat te typen begon mijn neus te prikken. Ik keek op van mijn scherm, recht in het lachende gezicht van mijn vader. Zijn foto staat in de kast bij de eettafel. Ik vroeg hem hardop wat hij er nou allemaal van vindt. Stilte. Ik huilde wat tranen en typte weer verder.
Gevoel versus verstand
Toen ik eerder dit jaar een healing onderging, speelden mijn vader en het verdriet om hem een grote rol. Ik heb gehuild zoals ik dat niet meer had gedaan sinds het eerste, rauwe verdriet in maart 2017. Ik snikte en snotterde en liet al het verdriet eruit. Het verbaasde me ook wel, want ik dacht echt dat ik alles wel een plekje had gegeven. Dat was wat mijn verstand me graag wilde wijsmaken, mijn gevoel vertelde me iets heel anders.
Rouw is niet te sturen
Sinds dat korte gesprekje met mijn moeder denk ik veel na over de rouw. Want eigenlijk is het niet iets wat voorbij gaat. Sterker nog, het is er, voor de rest van je leven. Je kunt niet zeggen: ‘Ik heb nu 1000 dagen gerouwd, het is mooi geweest!’ Er zijn wel mensen die denken dat het zo werkt en die zichzelf dat wijsmaken, maar vroeg of laat slaat hen dat als een boemerang terug in hun gezicht. Rouwen hoort bij het leven. Het speelt zich vooral van binnen af, dus is het voor de mensen om je heen moeilijk te peilen.
Door de healing leerde ik om mijn emoties de ruimte te geven. Moet ik ineens huilen als ik een liedje hoor of als ik papa’s foto zie? Dan laat ik het gaan. Heb ik behoefte om met Laurens of Etienne of mama herinneringen op te halen? Dan doen we dat. Het is voor mij een heel waardevol onderdeel van de rouw. Want op die manier houden we papa dichtbij. We houden hem levend met de verhalen, met de herinneringen en door om hem te lachen en te huilen.
Rouwen is hard werken
Rouwen is hard werken. Je kunt het niet plannen of sturen. Je kunt niet zeggen: ‘Zo, maandag van 9.00 uur tot 10.00 uur ga ik even rouwen en dan is het weer klaar voor de rest van de week.’
Het is zo ontzettend complex. Je moet een deel van jezelf opnieuw uitvinden wanneer iemand waar je veel van houdt ineens weg is. Als gezin moet je allemaal weer je plek vinden. Het is als een stoelendans, alleen heb je dan een stoel over, in plaats van een stoel te weinig. Je weet niet zo goed waar je moet zitten en wat je met die extra stoel moet. Pas als iemand wegvalt wordt de impact van die persoon écht voelbaar.
En dan hebben we nog het deel van je brein dat het nooit lijkt te kunnen bevatten. Dat simpelweg niet begrijpt dat iemand van de ene op de andere dag foetsie is. Dat je nooit meer even kunt kletsen, knuffelen of lachen met elkaar.
Dankbaar
Terwijl ik dit stuk schrijf gebeurt er van alles in mijn lijf. Ik voel verdriet, ik voel onrust, ik voel liefde. Ik heb net een tijdje foto’s van onze laatste dagen samen bekeken. Ik heb mooie herinneringen opnieuw beleefd. Ik voel me dankbaar, dat ik dit verlies zo bewust en open kan dragen. Dat ik er geen taboe van maak en er ook na 1000 dagen nog steeds open over ben en durf te zeggen dat ik verdriet heb. Dat die hele decembermaand een stuk minder leuk is als je iemand moet missen die er gewoon bij hoort te zijn.
Wordt de rouw ooit minder?
Een vraag is nog niet beantwoord: wordt de rouw ooit minder? Ik voel wel dat de scherpe randjes eraf zijn gegaan in de afgelopen jaren. Maar ik voel ook veel verdriet als ik eraan denk dat mijn lieve mama al 1000 dagen zonder haar liefde moet doen. Iedere dag opnieuw is dat zo’n grote confrontatie. Dan kun je nog genoeg leuke dingen ondernemen, je komt steeds weer thuis in een leeg huis. Dan breekt mijn hart een beetje. Bijna 50 jaar samen, dat is een heel mensenleven. Ik ben dankbaar dat mijn moeder nog regelmatig naar het zuiden komt, dat we veel bellen en dat wij ook regelmatig haar kant op gaan. Zo maken we er samen toch het beste van en dat is goed genoeg.
Heb jij weleens een verlies meegemaakt? Hoe kijk jij tegen rouw aan?
Uitgelichte afbeelding: Eightyonestories
Berichten met een * in de titel bevatten commerciële content.
4 Reacties
Het verlies van mijn opa en oma, van een hele waardevolle achterbuurvrouw. Het waren mensen die me wat leerden in dit leven, maar ook de leeftijd hadden om het aardse te verlaten.
De rouw die ik voel hangt vast aan een ander soort verlies. Aan het verlies van gebeurtenissen, die door het syndroom, bij onze kinderen waarschijnlijk nooit zullen plaatsvinden. Ik rouw over het verlies van vertrouwen in het leven, dat ons gezin zo hard aanpakt. Ik rouw over het verlies in mezelf als ik weer eens iets niet kan afmaken omdat mijn lijf het soms zo ontzettend laat afweten.
Gelukkig is ook deze rouw niet altijd aanwezig, maar golft op en neer.
Mooi en herkenbaar artikel.
Ik ‘maakte kennis met rouw’ toen ik vijftien was en mijn vader verloor. Inmiddels zijn we bijna zestien jaar verder. Het is niet meer rauw, niet meer elke dag. Maar soms opeens wel. Rouw is een onderdeel van mijn leven geworden. De ene dag scherper dan de andere. En inderdaad, als ik dan bijvoorbeeld feestjes zie van mensen die een huwelijksjubileum vieren, voel ik verdriet voor mijn moeder. Soms komt het op dagen dat ik het niet zou verwachten en soms komt het niet op dagen dat ik het wel zou verwachten. Ik heb geleerd (oké, dat is niet waar, ik leer nog steeds) om dat maar ‘gewoon’ te laten komen.
Mijn huisarts zei dit jaar tegen me: “Je vader is je tranen waard.” Dat vond ik zó mooi. Ik stop het verdriet graag weg, maar het is eigenlijk ook een teken van liefde.
Prachtig stuk, Bregje!
Mooi geschreven.
Mijn eerste verlies was mijn werk eind 2011. Door mijn beperkingen en een ongeluk ging dat niet meer
Mijn tweede verlies was de zelfmoord van mijn vader in april 2015
En mijn derde verlies is het verliezen van een deel van de zelfstandigheid die ik nog had. Maar na de 2 hersenbloedingen van eind eind 2018 en begin 2019 is alles achteruit gegaan.
De rouw om het verlies wordt minder, maar het kost tijd. En rouwen, verwerken van verlies kan je niet alleen. Je moet mensen om je heem hebben met wie je erover kan praten. Ik heb gelukkig goede thuiszorg/begeleiding.
Sterkte Bregje!