Op mijn zevende mocht ik van mijn ouders beginnen met paardrijlessen. Oh, wat was ik daar blij en gelukkig mee! Iedere week naar de manege, “mijn” pony verzorgen en daarna rijden. Mijmer even met me mee naar mijn tijd als paardenmeisje…

Paardenmeisje met klamme handjes

Als je me al een beetje kent weet je dat ik niet ben geboren in de categorie helden. De nodige angsten hebben mijn pad gekruist in de loop der jaren. Op de manege was ik ook nooit helemaal zonder angsten. Zo viel ik een keer tijdens een bosrit van mijn pony en verrekte mijn enkelbanden. Het was reuzespannend om na mijn herstel weer op te stappen, maar ik deed het tóch.

Boem!

Jaren later reed ik regelmatig dressuurwedstrijden. Op een zondag, tijdens het ‘inrijden’ voor ik aan de beurt was, besloot mijn pony even wat fratsen uit te halen. Die dondersteen droeg de toepasselijke naam Speedy en besloot om eens een rondje met me aan de haal te gaan. Ik werd gelanceerd en knalde met een smak op de grond. Wonder boven wonder kwam ik met de schrik vrij. Net als in de uitdrukking, werd ik meteen weer in het zadel gezet. De beste manier om met angst om te gaan is om er een dikke middelvinger naar op te steken en door te gaan. Zo gezegd, zo gedaan. Ik reed met wat klamme handjes naar de grote bak, klaar om mijn proef te rijden. Ik was nog geen tien meter onderweg of die lieve Speedy besloot om er weer vandoor te gaan. Ik was zo geschrokken, dat ik besloot om de proef af te breken. Het arme dier voelde mijn angst waarschijnlijk aan en ik reageerde daar op.

Rondhangen in de stallen, tosti’s en sinas

Ik heb paardgereden tot mijn vijftiende. De ruitersport heeft mijn hart gestolen en ik vond het heerlijk om iedere week naar de manege te gaan. Het was een wereldje op zich, waar we ons hele zaterdagen vermaakten. Daar, tussen de vliegendekens, paardenborstels en balen hooi en stro was ik heel gelukkig. We konden echt uren rondhangen bij de stallen en natuurlijk tosti’s eten en sinas drinken. De eenvoud waar de wereld en het geluk toen uit bestonden maken me nog weleens melancholisch.
De wedstrijden waren altijd heel erg leuk, al bleek wel al gauw dat ik geen Olympische talenten bezat. Ik bleef een beetje in de beginnersklasse hangen en vond het wel best. Het lukte me regelmatig om een beker of strik mee naar huis te nemen en dan was ik blij.

Vliegen over het strand

Tijdens vakanties maakte ik weleens een strandrit. Dat is echt even andere koek dan rijden in een afgesloten bak. Op het strand heeft je paard alle ruimte en die zal hij ook nemen. In volle galop langs de kustlijn, de wind in je gezicht: het gaf altijd weer een kick!

Inmiddels is het alweer een jaar of vier geleden dat ik voor het laatst op een paard zat. Ik maakte toen een bijzondere bosrit, waarbij we zonder zadel reden en ons volledig moesten overgeven aan de paarden. Voor deze bange schijterd was dat nogal een uitdaging, maar het lukte om te ontspannen en ik beleefde een hele mooie ervaring.

Ben ik nog steeds een paardenmeisje?

Of ik nog eens wil paardrijden? Poeh, ik weet het niet. Ik merk dat ik me nu veel kwetsbaarder voel en minder gauw durf op te stijgen. Maar zeg nooit nooit. Je kunt het paardenmeisje waarschijnlijk nooit helemaal uit me halen…

Van welke hobby of sport genoot jij als kind?

De uitgelichte afbeelding komt van Shutterstock.

Berichten met een * in de titel bevatten commerciële content.
Auteur

Bregje neemt geen blad voor de mond en schrijft regelmatig over taboes. Met de nodige humor weet ze haar lezers te inspireren, motiveren en te vermaken. Ze is getrouwd met Etienne en samen hebben ze een zoon, Laurens. Wil je Breg echt blij maken? Geef haar dan een zacht wit broodje met een ouderwetse draadjesvleeskroket!

Laat een reactie achter

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.