Op een zomerse avond gebeurt er iets dat me totaal van mijn stuk brengt…
In deze blog:
Kanker in elke zin
In een groepje pubers klinkt stoere puberpraat, je kent het wel, een hoop gemompel, gemopper en stoerdoenerij. Normaal gaat dat mijn ene oor in en het andere oor uit. Wat mij dit keer stoort is dat één van de pubers het niet kan nalaten om elke zin minstens één keer te versterken met het woord kanker, om zijn ongenoegen over bepaalde dingen te uiten. Ik merk dat ik begin te trillen en vraag mezelf af: ‘Ga ik hier iets van zeggen? Durf ik dat wel?’ Want, laten we wel wezen, ik ben niet op mijn mondje gevallen, maar pubers en hun grilligheid zijn altijd spannend. Ik haal diep adem, verzamel mijn moed en zeg: ‘Kan het misschien wat minder met dat kankergeroep?’
Golf van verdriet
Mijn hart klopt in mijn keel en ik sta te trillen op mijn benen. Mijn lief kijkt me verschrikt aan. ‘Wat is er aan de hand schat?’ Ik vertel hem over het overmatige, zeg maar gerust überhaupt onnodige, gebruik van het woord kanker als bijvoeglijk naamwoord. En dat ik echt, oprecht heel erg pissig ben. Prompt barst ik in tranen uit. Niet zomaar een traantje zoals bij All you need is Love. Er komt een vloedgolf uit. Het soort tranen dat vloeit wanneer er een van je meest gevoelige snaren geraakt wordt. Ze stromen over mijn wangen en ik snik met grote uithalen. Mijn hart is in 1 miljoen stukjes gebroken en de scherven steken pijnlijk in mijn borst. Ik schrik van mijn eigen reactie en realiseer me tegelijkertijd maar al te goed waar deze golf van verdriet vandaan komt.
Afschuwelijke, verschrikkelijke kloteziekte
Ik verloor mijn vader aan die afschuwelijke, verschrikkelijke kloteziekte. Ik zag die grote, sterke rots steeds verder afbrokkelen. De beelden van zijn laatste dagen staan op mijn netvlies gebrand en doen nog altijd verschrikkelijk veel pijn. Kanker is afschuwelijk. Het achterloze gebruik van dat woord door deze puber doet me pijn. Heel veel pijn. Ik word direct weer teruggebracht naar het immense verdriet dat de ziekte teweeg heeft gebracht. Het grote, gapende gat van verlies. Het gevoel van onbegrip en onmacht, omdat het gewoon gigantisch oneerlijk is dat iemand waar je zoveel van houdt, zo moet lijden en jij het niet kunt oplossen.
Stop ermee!
Ik hoop oprecht dat deze puber nooit hoeft te zien hoe iemand van wie hij heel veel houdt, zo ontzettend ziek wordt. Dat hij nooit hoeft te voelen wat ik voelde, toen ik mijn vader voor het laatst zag. Welke schok er door me heen ging, elke keer dat deze woorden mij als pijltjes recht in mijn hart raakten. Ik hoop dat hij nadenkt over waarom ik vroeg of het kon stoppen. En dat hij misschien de volgende keer drie keer nadenkt voor hij weer zo achteloos met het woord kanker strooit. Voor iedereen die het woord weleens bewust of onbewust als bijvoeglijk naamwoord gebruikt heb ik maar één verzoek: STOP ERMEE! Zo ontzettend veel mensen worden dagelijks geconfronteerd met dit alles overheesende verdriet, waarna ze stap voor stap weer verder proberen te gaan. Een simpel, achteloos geroep van het woord kanker kan deze zorgvuldig gesloten, verse of oude littekens totaal onverwacht genadeloos openrijten. En ik gun niemand de pijn die dat met zich meebrengt.
Als ik met mijn verhaal maar één iemand kan doen inzien dat het woord kanker geen bijvoeglijk naamwoord is, is dat al een pleister op de wond.
Berichten met een * in de titel bevatten commerciële content.
5 Reacties
Ik ben het volledig met je eens en vind het echt niet kunnen. Ik kreeg al op jonge leeftijd te maken met meerdere dierbaren die getroffen werden door deze vreselijke ziekte. Dat leeftijdsgenoten van me er nog steeds mee schelden vind ik echt not done.
Heel goed van jou! En veel kusjes ?
Prachtig omschreven! Sterkte! Kanker is inderdaad afschuwelijk!
Kanker is verschrikkelijk…en het gebruiken van het woord op deze manier ook. Ik ga je boodschap delen.
Het is een verschrikkelijke ziekte en het blijft verschrikkelijk als mensen het dan ook nog eens zo gebruiken. Ik snap dat niet..