‘Laat maar mam, ik kan dat wel alleen.’ Je duwt me met je mollige armpjes van je af en stapt stoer de trap af. Wanneer is het moment gekomen dat je mij niet meer 24/7 nodig hebt, maar dat ik enkel nog op afroep beschikbaar moet zijn?

Oké, lekker bij me kruipen om uren te kroelen doe je al een tijdje niet meer. Logisch ook, want ik zou ook liever met Playmobil spelen dan bij mijn net-ontwaakte-moeder-met-piekhaar in bed te kruipen voor een knuffel. Ik koester warme herinneringen aan onze woensdagochtendknuffels en de sporadische keren dat ze nog voorkomen geniet ik er extra van.

Dat je tegenwoordig ook heus wel zelf je tanden kunt poetsen en er vervolgens uitziet als een slecht geschminkte kabouter met carnaval vind ik ook prachtig. De strijd die dan weleens volgt als er nog even nagepoetst moet worden is dan weer wat minder, maar hé, je kunt niet alles hebben toch?

Laatst gingen we naar de speeltuin. We begonnen dit uitje met een drankje op het terras. Na een tijdje sprong je van je stoel en zei: ‘Ik gaat spelen mam. Doei!’ en je rende weg. Wacht even, wat gebeurde hier net? Ik verkeerde in tweestrijd. Enerzijds dacht ik: ‘Yeah, ik hoef niet meer mee van de glijbaan!’ (sorry schat, ik hou er gewoon niet zo van) en anderzijds buitelden panikerende gedachten over elkaar heen: ‘Gaat dat wel goed? Valt hij niet? Moet ik niet bij hem zijn? Straks valt er een glijbaan op zijn hoofd! Of een meteoriet!’

Ik ken je nu al een tijdje en ik weet dat je niet zomaar in zeven sloten tegelijk loopt. Dat je eerder met de trap naar beneden gaat dan dat je ergens vanaf springt. Ik nam een slok van mijn drankje en gluurde naar de speeltuin. Ik zag je verwoede pogingen doen om de wip naar beneden te trekken. Dit mislukte steeds, omdat er een kindje aan de andere kant zat dat niet meewerkte. Ik bedwong de neiging om naar je toe te rennen en de situatie op te lossen. Toen je daar zo stond vroeg ik me ook heel even af of we er wel goed aan doen dat je geen broertje of zusje krijgt. Ook al weet ik het antwoord op die vraag, op zulke momenten steekt een gevoel van lichte twijfel toch weer even de kop op. Niet voor lang, want na een paar pogingen wierp je een teleurgestelde blik op het andere kindje, haalde je schouders op en liep naar een ander speeltoestel. Niet veel later rende je enthousiast naar me toe voor een knuffel en een slok drinken. ‘En nu gaat ik naar de zandbak mama, doei!’ en weg was je weer.
Ik vind het maar een moeilijk iets hoor, dat loslaten. Begrijp me niet verkeerd: ik juich je zelfstandigheid alleen maar toe en vind het prachtig hoe jij de wereld ontdekt. Maar er zit zo’n grote steen in mijn buik en het liefste wil ik je gewoon lekker dichtbij me houden. Het is allemaal leuk en aardig, dat loslaten, maar ik ben nu dus wel een beetje in de war. Eerst mag ik je geen seconde alleen laten om ons aan elkaar te laten hechten als een stuk playdoh aan je schoenzool, vervolgens moet ik je weer loslaten. Voor mijn gevoel is het twee minuten geleden dat je geboren werd en ineens kon je zelf lopen, eten en spelen en nu mag ik steeds meer toekijken. Het voelt als een pleister die er zonder aankondiging vanaf wordt getrokken. Het onderliggende wondje is kwetsbaar en moet zichzelf nu zien te redden. Ik kan me niet altijd meer verschuilen achter jouw warme lijfje of achter de kinderwagen. Ik zal mezelf weer moeten gaan vermaken, terwijl jij jouw eigen wereld steeds groter maakt.

Moeders van oudere kinderen lachen met een blik van medelijden als we het erover hebben. Ze vertrouwen me toe dat het échte loslaten nog moet komen, als je straks alleen gaat buitenspelen, op school zit en drie seconden later, wanneer je het huis uit gaat. Ik wil dat allemaal niet horen en zing in mijn hoofd zachtjes ‘tralala’ terwijl ik geniet van jouw mollige beentjes, warrige piekhaar en stralende snoet, waarmee je de wereld trotseert.

Ik gluur weer naar de speeltuin en zie dat je lekker rondscharrelt in de zandbak. Je kijkt tevreden naar de andere kindjes om je heen, speelt af en toe met iemand en doet verder vooral je eigen ding. De steen in mijn buik maakt langzaam plaats voor een overweldigend gevoel van trots. Als je een halfuurtje later stralend naar me toe huppelt en honderduit vertelt over wat je allemaal hebt beleefd in de speeltuin, weet ik dat het wel goed komt met jou. Nu ik nog.

 

Berichten met een * in de titel bevatten commerciële content.
Auteur

Bregje neemt geen blad voor de mond en schrijft regelmatig over taboes. Met de nodige humor weet ze haar lezers te inspireren, motiveren en te vermaken. Ze is getrouwd met Etienne en samen hebben ze een zoon, Laurens. Wil je Breg echt blij maken? Geef haar dan een zacht wit broodje met een ouderwetse draadjesvleeskroket!

3 Reacties

  1. Weer mooi en herkenbaar geschreven.. Pas ook zoiets neergepend maar nog niet online willen zetten ? Alsof t dan echt is haha

  2. Jep, het grote loslaten is begonnen. Ik vind het ook enorm heftig, maar ik denk dat het wel goed komt met ons. 😉

  3. Loslaten blijft moeilijk, op elke leeftijd! Mijn jongste dochter vertrekt in oktober naar China voor een half jaar. Aargh.

    Maar ik herinner me ook de momenten die jij beschrijft, en die zijn net zo goed lastig.

Laat een reactie achter

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.