Het is donderdag, eind van de middag en de roodharige hunk en ik zitten op de bank, terwijl we naar een druk spelende Laurens kijken. Hij imiteert een tenniswedstrijd op tv met een kleine koekenpan en een ballon.
Ik zeg tegen Etienne: ‘Goh, waar zijn die kleine knuffels van Laurens eigenlijk? Je weet wel, Apie zijn stinkende tweelingbroers en de konijnen?’
Etienne antwoordt: ‘Geen idee, wanneer heb jij ze voor het laatst gezien?’
‘Uuuh..’
Vanuit mijn ooghoek zie ik een klein mannetje van een centimeter of 88 wat betrapt om zich heen kijken. Even later zegt hij tegen één van zijn andere zesmiljard knuffels: ‘Waar zijn de knuffies nou?’ Etienne en ik gaan alle mogelijkheden af en kijken nog eens op zolder. Misschien ingepakt met het campingbedje? Of in de wasmand? Nope, de stinkende bende is nergens te vinden…
Als ik twee uur later na het sporten nog even mijn kabouter een weltrustenkus ga geven, is hij omringd door zijn stinkende matties. ‘Hé, zijn ze weer boven water?’ ‘Jaa mama, Lau hatte inne gat gestopt, mag niet he?’
Eenmaal beneden loste Etienne het mysterie voor me op: de knuffels lagen dus in het kleine stukje ruimte tussen zijn bed en de muur. Zo’n plek waar je nooit kijkt, omdat het van bovenaf is afgedekt met een randje. Toen de kroonprins ons hoorde praten over het mysterie van de verdwenen knuffels, voelde hij blijkbaar nattigheid. Op het moment dat Etienne hem naar bed bracht, zei hij uit zichzelf: ‘Papa, Apie en Konijntje zijn daar!’ en wees naar het hoofdeinde van het bed…..
2 Reacties
Ach wat schattig, dan smelt je hart toch…?
Haha, gelukkig dat hij zelf nog wist waar ze lagen! Zoonlief hier haalt zijn schouders altijd op en zegt met een piepstemmetje: “Ik weet het niet meer…”